Tante zijn....

Schooltaken waar mijn neefjes of nichtjes het wat moeilijk mee hebben: daar weten ze ook hun tante voor te vinden.

Zo zag de oudste het in het vierde jaar ASO helemaal niet zitten om aan een boekbespreking te beginnen. Literatuur behoorde niet tot zijn interessegebied. Jonas was wel gemotiveerd om zijn diploma ASO te halen, in de hoop nadien iets te kunnen studeren dat hem meer lag. Het was toen al duidelijk dat dit 'iets' met wetenschappen te maken had. “Tante, heb jij toevallig dat boek voor mijn boekbespreking gelezen?” “En wat was jouw mening er over?”  Ik wou het werk niet in zijn plaats maken, maar ik voelde ook zijn onmacht, zijn verlangen om te slagen én de openheid op hulp. Samen met hem voor de computer heb ik hem woorden helpen zoeken en zijn mening helpen vormen. Ik heb  zijn motivatie ervaren en mijn eigen geduld, dat groter was dan ik vooraf zou kunnen vermoeden. Ik voelde me supporteren. De volgende jaren heeft Jonas nog mijn hulp gevraagd. Ik was blij dat ik kon ervaren hoe hij telkens beter zijn zinnen kon vormen en zijn mening kon formuleren. Ik kon hem daarin bevestigen, hoewel Nederlands een vak bleef dat hem maar matig kon boeien.

Nu studeert Jonas zijn laatste masterjaar biowetenschappen. Keihard heeft hij gewerkt aan zijn masterproef. Maar er zat nogal wat tegen: de promotor die een meettoestel ter beschikking stelde dat niet bleek te werken, die bovendien weinig accuraat op zijn mails reageerde en pas op het laatste nippertje als commentaar gaf dat de tekst van de masterproef teveel spreektaal bevatte en dat hij sommige elementen te omslachtig geformuleerd had. Hij was op van stress, want hij is iemand die structuur zoekt voor zichzelf, maar dat ook van anderen verwacht. “Ze willen precies niet dat ik juni afstudeer.” reageerde hij. Of ik toch zijn masterproef wou nalezen,  hoewel het dringend was en er zeker geen tijd restte om samen de taal te verbeteren?

Ik zou het  jammer vinden, dat een minder vlot taalgebruik het resultaat in de weg zou staan. Het thema van Jonas' masterproef ligt ver van mijn interessegebied. Maar uit wat ik las, bleek de grondigheid van het onderzoek dat hij uitgevoerd had en de massa energie die het gevergd had.  Dat gaf mij de zin en het doorzettingsvermogen om de tekst zo goed mogelijk te verbeteren, al betekende dat een weekend hard werk. Ik ben blij dat ik mijn bijdrage kon leveren aan iets wat zo wezenlijk is voor mijn neef.

Een tante

 

 

Jef, Liam, Maggie, Cis en Lena - getuigenis van een opa

Dinsdag 16 uur, thuiskomst van school. Cis (5) en Lena (3) gooien hun boekentasje waar het niet moet liggen en Cis pakt het speeltje af waar Lena net mee wilde spelen want: “Ik had dat eerst”… Mijn moeder of grootmoeder, echt hartelijke moedertypes, zouden dat in hun tijd toch opgelost hebben met een ferme tik en veel lawaai. Ik als vader die toen net PRH leerde toepassen, misschien al met een lichtere tik en minder lawaai, denk ik. En nu, als opa, zie ik mezelf ieder rustig en kordaat naar zijn eigen speelhoek sturen tot ze de rust in zichzelf terug gevonden hebben. Zonder tik en zonder lawaai deze keer. Daar sta ik zelf soms versteld van. Maar het doet deugd. Het lukt me vaker om te reageren zoals ik, ‘de betere versie van mezelf’, het echt wil. Op zeker moment is het in een PRH-cursus pijnlijk doorgedrongen hoe ik de manieren van doen die ik ‘geërfd’ heb onbewust overnam. Ik reageerde mijn gevoelens af op mijn kinderen: ‘op mijn beurt’… En dat kon ik niet meer verdragen van mezelf. ‘Mijn kinderen zichzelf helpen worden’,  is mijn diepste drive geworden. Ik blijf PRH en zijn vormingswerkers dankbaar. Door hun pionierswerk heb ik ‘een goede ingesteldheid naar mezelf’ kunnen aannemen en ‘beproefde groeiwegen’ leren bewandelen. Door dit proces kijk ik anders naar mijn kleinkinderen. Dank zij ‘een toegepaste pedagogie voor menswording’, ontstaan uit het hart van een gedreven pedagoog.

Zo heb ik samen met Jef (16) en Liam (14) nestkastjes voor meesjes gemaakt. Jef had toen het beeld van zichzelf dat hij later ‘met zijn handen wilde werken’ terwijl ik zag dat het juist Liam was die tijdens het timmeren de tijd vergat. Als grootouders hebben we ‘tussendoor’ bij hun ouders geopperd in welke richting zij Jef en Liam zagen evolueren. Zo kunnen we samen, als ouders en als grootouders, bewuster opvoeden; Jef bevestigen dat we het sociale en zorgende sterk in hem herkennen en Liam zeggen dat we hem zien genieten van zijn technische schoolrichting.

Maggie (7) is het vriendinnetje van ongeveer iedereen en ze tast haar mogelijkheden af in sporten, dans, muziek … Ze is  een leiderstype, echter zonder broer of zus waardoor ze zou kunnen ‘leren rekening houden met anderen’.  Maar haar ouders waken erover dat ze als spontane initiatiefnemer toch niet ‘bazig’ wordt. Ze leert samen spelen. Het voelt zalig aan om van de specifieke mogelijkheden van onze kleinkinderen te kunnen genieten én hen samen met hun ouders te zien mens worden, elk gewoon ‘zichzelf’.

Dit alles zien gebeuren doet mij op mijn beurt ‘dromen’: ‘Als ouders, grootouders en leerkrachten de mogelijkheden en ‘de echte Drive in kinderen’ erkennen, dán staan ze ‘op heilige grond’… , dan bouwen we samen aan een betere wereld omdat ieder kind datgene bijdraagt wat het in zich heeft om een menselijke wereld op te bouwen. De wereld van onze kinderen krijgt uitzicht door de vorming van volwassenen … ‘Het is mogelijk’…  niet uitzichtloos …

Jos, opa.

Drie getuigenissen van een grootmoeder

 
Samen naar de speeltuin

Ik kom zelf uit een groot gezin waar alles ‘maar gauw’ moest gaan. Dat jachtige had ik ergens in mij opgeslagen. Het voelde niet aangenaam, zeker niet als mijn geduld op de proef werd gesteld, vooral door mijn kinderen. In de periode dat ik vrij intensief met PRH-middelen aan mijn groei werkte, ontdekte ik dat ik eigenlijk een heel spontane blik heb voor het psychologische. Vooral speurde ik naar wat kinderen plezier gaf, wat ze dan deden. Zo ging ik met Bent (4) en Thomas (2) naar de speeltuin.  Eerst eens klimmen in de piratenboot. Daarna kwamen we aan huisjes. Plots riep Bent enthousiast: “Ja, winkeltje!”. Bent en zijn broer klommen in wat voor hen plots ‘winkeltje’ was. Er waren natuurlijk geen doosjes, geen plastic fruit en zeker geen kassa. Ik moest zand komen kopen. Ik bracht wat dennenappels aan en stokjes die ik in het zand vond. Bent begon de ‘kostbare winkelwaar’ te schikken in het winkelschap. Een jongen van rond 9 jaar kwam ook kopen. Ik kon me toen ‘met alle geduld’ op de bank zetten. Hun samenspel was vertrokken. Af en toe riep Bent “Komen kopen!” en inderdaad er kwamen nog meisjes en jongens naar zijn winkeltje. Vanuit hun eigen creativiteit vulden ze lege zakjes chips en die hadden nog meer succes. Bent bleef zijn plaats als winkelier bemannen. De speelkameraden respecteerden hun winkelier. Ik genoot van op afstand en keek eens op mijn horloge. Bent was gedurende anderhalf uur helemaal in zijn spel opgegaan. Uiteindelijk trokken de speelmaatjes weer naar de piratenboot. Toen riep hij dat oma mocht komen kopen. Zo gaat dat met oma’s , als je ze nodig hebt  zijn ze er opnieuw … Ik genoten met spontaan geduld, dankbaar om nu vast te stellen: “Groeien doe je nooit voor jezelf alleen…”

Wie ben ik? 

Van op de achterbank vertelt Lily (7) dat zij op haar verjaardagsfeestje ‘wél 16!’ kindjes heeft gevraagd. Ik bevestig dat ze wel echt al véél vriendjes en vriendinnetjes heeft. Vanuit de PRH-vorming komt bij zulke vaststelling haast vanzelf de vraag: “Maar hoe komt dat toch dat jij zó veel vriendjes hebt”? Haar antwoord vloeide als in één waterval: “Ja, ik kan al kindjes helpen. Ik speel graag samen. Ik kan mijn speelgoed delen. Ik ben vriendelijk én ik ben verliefd op Maxim …”  Zo’n onverwachte momenten heb ik leren aanvoelen als kansen om Lily bewust te helpen worden van wie ze in wezen is. Bovendien zie ik ook dat ze vriendelijk de andere kindjes goeiedag toeroept bij het afscheid en dat ze ook haar jongere nichtje graag helpt. Ik kan dit uiten op een toon waarin mijn bijzondere waardering voor haar klinkt. Zalig, als het echt aankomt en ik ze zie glunderen.

Wat wil jij later worden?

Bent (8) haalde even adem en vertrouwde me toe: “Ik wil papa worden!”. Dat kwam diep uit zijn hartje. Ik kon het gelukkig beantwoorden met: “Wauw dat is knap!”. Daar stond ik als oma met al mijn bezorgdheid en mijn beelden rond beroep, bijhorende studies en loon … Ik besefte direct hoe belangrijk  ‘zijn diep verlangen’ is en ik kon ‘mijn denkbeelden’  loslaten. Omdat ik zelf als moeder zo intens met opvoeding ben bezig geweest, voel ik het belang aan van ‘het papaschap’. Dat schatje vroeg vlak nadien, alsof ’t een gesprek onder volwassenen was: “En oma, wat wil jij later worden?”. Blijven we inderdaad niet altijd groeien?

Oma Martha

Hiep hiep hoera!

Drie jaar wordt ze al. De eerste keer dat ze haar verjaardag bewust beleeft en de verjaardagsfestiviteiten mee orkestreert: er moeten ballonnen zijn, slingers, een taart met drie kaarsjes, een kroon en natuurlijk cadeautjes. Het is een plezier om haar bezig te zien en met haar mee te leven in het uitkijken naar deze grote dag. Het maakt me ook stil vanbinnen. Ik denk terug aan de dag van haar geboorte en hoe ze zich de afgelopen drie jaren ontwikkeld heeft.

Dankzij de PRH-vorming heb ik ook dieper leren kijken. Door mezelf in de diepte te leren kennen, kan ik nu ook op deze manier naar haar kijken. Ik heb aandacht voor haar eigenheid waar ze elke dag vele glimpen van laat zien. Deze dagen sta ik hier extra bij stil: bij de zorgzaamheid en liefde die ze toont in het zorgen voor haar poppen, bij haar muzikaliteit en uitbundigheid als ze danst en zingt, bij haar nieuwsgierigheid en ondernemingszin als ze papa helpt bij klusjes, bij haar fantasie en uitbundigheid als ze buiten speelt,… Ik geniet ervan en voel me dankbaar om haar leven.

Ik schrijf al deze positieve eigenschappen op en bewaar ze in haar foto-album. Als steuntje voor later, als ze op zoek is naar zichzelf of het goede in zichzelf misschien niet meer kan zien.

Omgaan met frustratie en boosheid bij kleine kinderen

‘Pakken pakken,’. Ze strekt haar tweejarige armpjes naar me uit. ‘Ik ga je direct pakken,’ zeg ik terwijl ik met de ene hand in de pot met groentjes roer en met de andere het vuur onder het vlees wat lager draai. ‘Pakken kijken,’ zegt ze nog eens. Dwingender nu. ‘Ja, schat, je mag straks kijken, maar ik moet eerst even de aardappelen afgieten.’ Deze wachttijd duurt haar te lang. Terwijl ik de aardappelen afgiet, smijt ze zich op de grond en kruipt luid huilend van me weg naar de woonkamer.

Frustratie en schuldgevoel kloppen bij me aan. Ik wilde haar echt pakken en mee laten kijken, maar ik kan nu eenmaal niet tegelijk ook de aardappelen afgieten. Het huilen houdt aan en in de speelhoek hoor ik allerlei speelgoed op de grond ‘vallen’. Ik houd even halt en haal bewust adem. Voel hoe moe ik ben en hoe dit conflict me frustreert. Maar ik voel ook mijn grote liefde en mijn begrip voor haar. Mijn verlangen om er voor haar te zijn, mijn verlangen naar relatie.

 

Ik draai het vuur onder het vlees wat lager en ga naar haar toe. Ik leg mijn hand op haar rug en zeg haar dat ik begrijp dat ze boos is, dat ik begrijp dat ze gepakt wilde worden en mee wilde kijken. Dat ik dat ook wilde doen, maar dat het even niet zo snel lukte doordat ik aan het koken was. Ik zeg haar dat ze boos mag zijn en dat ik haar er niet minder graag om zie, maar dat ik niet wil dat ze met speelgoed gooit, dat het daar stuk van gaat. Met nog betraande ogen kijkt ze me beteuterd aan. ‘Kom eens hier, lieve schat,’ zeg ik dan. Even aarzelt ze, maar kruipt dan toch in mijn armen. Ik geef haar een dikke knuffel en voel mijn liefde stromen, tevreden dat dit ‘conflict’ weer is opgelost.

Een inspirerende getuigenis van Sophie

 

Ik vind het niet altijd zo gemakkelijk om een ouder te zijn. En wellicht ben ik niet de enige. Soms heb ik het gevoel één hindernis of moeilijkheid te hebben overwonnen of de volgende dient zich al aan. Herkenbaar?

En toch zou ik mijn kinderen geen ogenblijk willen missen, en wegen alle schatten van de wereld niet op tegen één intens moment van samenzijn. Kinderen brengen het beste en het moeilijkste in mij naar boven, zo lijkt het.

Wat mij geholpen heeft, is me bewust te worden van mijn kwaliteiten als ouder. Zorgzaamheid springt er bij mij uit. Luisterbereidheid en aandacht ook. Maar het is zoals met alle goede dingen in het leven: een kwestie van dosering. Mijn zorgen-voor en immense aandacht gaan soms met mezelf aan de haal. Tot mijn eigen schade en schande (nu ja :) heb ik ze leren kennen als één van mijn grote valkuilen - of uitdagingen zo u wil. Zoals wanneer ik op het einde van de dag in bed plof en me afvraag welke tijd ik voor mezelf heb gehad (of liever: genomen) die dag. Ook herkenbaar?

Vroeger vergeleek ik me ook vaak en ongewild met andere moeders en dacht voortdurend dat ik er niets van ‘bakte’. Andere kinderen leken steevast braver, rustiger, ‘normaler’, … Soms doken er moeilijkheden op en die waren, hoe dan ook, altijd mijn verantwoordelijkheid. Terwijl ik nu weet dat er altijd minstens twee betrokkenen zijn!

Moraal van het verhaal: Ik probeer te oefenen (met mildheid of course) en zet kleine stapjes. Mijn zonen helpen mij met hun humor… en leren me relativeren.

Zo heeft mijn zoon van 17 die in het 5de jaar van de kunsthumaniora zit een Facebook-groep opgericht met kunstwerken en andere ‘coole pictures’ van hemzelf en enkele klasgenoten. Gisteren stuurde hij een berichtje: ‘Mama, ni alles liken van onze pagina he.’ Nu kan ik daar breed om glimlachen. Dat was ooit anders…Weer een stap vooruit!

 

Sophie Vanhaverbeke

Uit de Nieuwsbrief van PRH

Opvoeden

En plots is daar dat wondertje …

Kinderen op de wereld zetten, het lijkt de natuurlijkste zaak ter wereld. Toch ervaren we dit vaak niet zo.
Het is de grootste hartenwens van elke ouder om zijn kind gelukkig te zien. Maar waar leer je dat? 
Misschien kan de getuigenis van Marian De Groof over de eerste maanden met haar dochtertje Hannah je inspireren.

Daar zaten we dan - na negen lange maanden wachten en uitkijken naar - met dat kleine bundeltje in onze armen. Hannah. 50 cm en 3 kg. Ineens waren we 'mama' en 'papa'. Ik vond het wonder en groots. Liep over van ontzag voor dat kleine leventje dat aan ons was toevertrouwd. Voor de gigantische taak die ons te wachten stond: haar begeleiden op haar levensreis. 

Ik voelde me onbeschrijfelijk gelukkig om deze taak te mogen opnemen. Samen met haar werd er een nieuwe liefde in mij geboren, mijn moederliefde. En tegelijk ook een nieuwe kwetsbaarheid. Een voorvoelen dat ik in het diepst van mezelf geraakt zou worden als er haar iets zou overkomen.

De eerste weken en maanden ervoer ik, naast mooi en gelukkig, ook als heel intens, vermoeiend en uitdagend. (Hannah huilde veel, had reflux en sliep weinig, zowel ’s nachts als overdag. Wat ik uit die periode vooral geleerd heb, is om op mijn intuïtie te durven vertrouwen. Zowel bij grote als bij kleine beslissingen: bij de bevalling, bij de alledaagse verzorging, bij het zoeken naar de juiste mensen om ons te omringen (dokter, osteopaat, homeopaat),bij het beslissen waar en wanneer ze naar de opvang zou gaan ,… 

Meermaals bleek dat mijn en onze gezamenlijke intuïtie als koppel werkte. Dat ze ons de juiste stappen deed zetten, soms tegen de mening van 'experten' in. Deze ervaring gaf me vertrouwen in onszelf als ouders. Vertrouwen in Hannah, in het leven in haar dat ons de weg toont. En vertrouwen in onze verdere reis samen. We komen vast nog vele hobbels en bobbels tegen, maar er is dat kompas in mij, in ons, dat ons verder de weg zal wijzen.
 

Wil je stilstaan bij je eigen manier van opvoeden?
Deze vraagjes kunnen je op weg zetten:

 

• Durf ik mijn intuïtie vertrouwen?
• In welke situaties?
• Wat is hier het effect van?
• Wat helpt me/ons bij het opvoeden?